Berichten uit Diverse Bronnen

 

maandag 25 juli 2022

Verschijning van de Genadige Kind Jezus op 2022-07-25 boven de Fontein Maria Annuntiata bij het Huis Jerusalem

Bericht van Onze Heer aan Manuela in Sievernich, Duitsland

 

Ik zie een mooi groot gouden lichtbol op de hemel zweven die naar ons toe komt vanuit de parochiekerk. Hij wordt vergezeld door twee kleinere gouden lichtballen. De grote sfeer opent zich en er schijnt een wonderbaarlijk licht naar beneden bij ons. De genadige Kind Jezus verschijnt uit deze lichtbol en staat voor ons. Hij draagt een mooi groot goudkroon, evenals de mantel en het gewaad van Zijn Kostbare Bloed. Het gewaad en de mantel zijn geborduurd met gouden lelies. In Zijn rechterhand draagt Hij een grote gouden scepter met een gouden bol erop en een prachtig goudkruis. In Zijn linkerhand draagt het Kind Jezus de Vulgata (Heilige Schrift). Het is een mooi boek dat in goud schijnt, met een kruis erop. De genadige Kind Jezus heeft donkerbruin krullend kort haar en blauwe ogen. Met Zijn helderblauwe ogen kijkt het Kind Jezus intensief naar ons toe.

Nu openen de andere twee kleinere sferen zich ook. Uit het licht van de twee kleinere sferen verschijnen twee engelen. Ze zijn eenvoudig gekleed, met een stralend wit gewaad, en spreiden de mantel van de genadige Kind Jezus over ons uit als een tent. Ik zie dat de mantel van de Koning der Barmhartigheid zich nog steeds buiten het Huis Jerusalem uitstrekt.

De Koning der Barmhartigheid spreekt:

"In naam des Vaders en des Zons en des Heiligen Geests, amen. De Zoen, dat ben IK. Ik ben bij Hem die Ik Ben. Dit is de Eeuwige Vader in de hemel. Dierbare vrienden, laat je niet verwarren! Blijf trouw aan Mij en aan de leer van de Eeuwige Vader. Als jullie bidden en berouwen, zal de Eeuwige Vader het oordeel verminderen. Ik roep alle naties op tot gebed der vergelding! En jullie, dierbare vrienden, kijk niet naar de wereld, kijk niet naar de fouten die de wereld verspreidt. Kijk naar Mij!"

De Vulgata slaat op als bladert door een onzichtbare hand. Ik zie het bijbelpassage Matthäus 5. De Koning der Barmhartigheid spreekt:

"Dit schrift is jullie sleutel naar de hemel. Lees het goed! Ik beveel het aan jullie, en wees barmhartig! Wees vooral barmhartig in tijden van nood. Heb ik niet gezegd dat christenen één familie zijn? Zo moeten ze zich gedragen. Wie is Mijn Vader, wie is Mijn Moeder, wie zijn Mijn broers? God is mijn Vader! Mijn broers zijn diegenen die mij volgen. Mijn Moeder is de Allerheiligste Maagd Maria. Zo herken je haar."

M.: "Ja, Heer, wij kennen Haar."

De Koning des Hemels spreekt:

"Ik geef jullie het huis der barmhartigheid. Doe er goed aan!"

Er is een persoonlijke communicatie.

De genadige Jezus zegt:

"Als jullie barmhartig zijn tegen hen, zal de Eeuwige Vader ook barmhartigheid tonen aan jullie; zullen zij barmhartig zijn."

Nu neemt de Koning der Barmhartigheid Zijn scepter naar Zijn hart en het wordt het aspergillum van Zijne Kostbare Bloed. De Heer besprenkelt ons met Zijne Kostbare Bloed:

"In naam van de Vader, en van de Zoon - dat ben Ik zelf -, en van de Heilige Geest. Amen." Nu besprenkelt het Goddelijke Kind van veraf het volk dat aan Hem denkt en met Hem in gebed vereenigd is. Het genadige kindje Jezus wenscht ons het volgende gebed, en wij bidden:

"O mijn Jezus, vergeef ons onze zonden, red ons van de vuurhel, leid alle zielen naar de hemel, vooral die er meest behoefte aan hebben."

De Heer kijkt weer intensief naar al het volk dat bij Hem is gekomen en zegt dat Hij een wens heeft. Het lijkt alsof de wereld voor een ogenblik stilstaat. Ik vraag Hem om Zijn wens te openbaren.

Het kindje Jezus spreekt:

"Ik verlang dat mensen hun harten openen. Voor het ontmoeten van Mij, vraag hen om hun zonden te bekennen aan een priester."

M.: Ja, Heer, ik zeg het ze."

De Koning des Hemels zegt:

"Bidt, doet boete. Bid voor wereldvrede! Roep alle naties op!"

Ik zegen u: In naam van de Vader en van de Zoon - dat ben Ik zelf -, en van de Heilige Geest. Amen. Vaarwel!"

M.: "Vaarwel, Heer!"

De Koning der Barmhartigheid keert terug naar Zijn lichtbol en verdwijnt, evenals de twee engelen.

Dit bericht wordt bekendgemaakt zonder voorbehoud van het oordeel van de Kerk!

Copyright!

Lees alstublieft het Bijbelvers Matthew 5 zorgvuldig bij dit bericht. Een van de Zaligsprekingen kan ook iedere dag in gebed overwegen worden.

Het Evangelie volgens Matthäus

5de hoofdstuk

De Bergpredik

5 De acht zegeningen. 1 Toen hij de menigte zag, ging hij op de berg omhoog. Toen hij zich had neergezet, kwamen zijn leerlingen bij hem. 2 En hij opende zijn mond en leerde hen als volgt: 3 Zalig zijn die van geest arm zijn; want hun is het koninkrijk der hemelen. 4 Zalig zijn zij die treuren, want zij zullen getroost worden. 5 Zalig zijn de sanvmoedigen; want zij zullen de aarde erven. 6 Zalig zijn zij die hongeren en dorsten naar gerechtigheid: want zij zullen verzadigd worden. 7 Zalig zijn de barmhartige, want zij zullen barmhartigheid ontvangen. Hoofdstukken 5-7: Cf. Lucas 6:20-49. De Bergrede is een van de belangrijkste delen van het Nieuwe Testament. In deze rede geeft Matteüs een samenvatting en selectie van de gedachten die Jezus aan zijn leerlingen en het volk in langere toespraken heeft gepresenteerd. De evangelist heeft enkele dingen uit andere contexten ingevoegd. 8 Zalig zijn de zuiveren van hart, want zij zullen God zien. 9 Zalig zijn de vredesstifters, want zij zullen kinderen Gods genoemd worden. 10 Zalig zijn zij die vervolgd worden om gerechtigheid' wille: want hun is het koninkrijk der hemelen. 11 Zalig bent gij, wanneer de mensen u belachelen en u vervolgen en al het kwaad over u spreken ten onrechte om mijn wil. 12 Wees blij en verheugd, want uw loon is groot in de hemel. Zo hebben zij ook de profeten voor jullie vervolgd. 1-12: Cf. Lucas 6:20-26.

Aanmaningen aan de leerlingen. 13 Gij zijt het zout van de aarde. Als nu het zout zijn kracht verliest, waarmee zal men dan zouten? Het is meer goed voor niets dan om weggegooid en door mensen vertrapt te worden. 14 Gij zijt het licht der wereld. Een stad die op een berg staat, kan niet verborgen blijven. 15 Men stelt ook geen lamp onder de schaal, maar op de kandelaar, zodat hij voor iedereen in huis schijnt. 16 Zo laat dan uw licht voor de mensen schijnen, dat zij uw goede werken zien en uw Vader die in de hemel is prijzen. 13-16: Cf. Marcus 9:50; 4:21; Lucas 14:34-35; 8:16; 11:33. Discipelen van Christus moeten het zout van bovennatuurlijke waarden gebruiken om anderen te behoeden voor moreel verrotten, maar niet hun leven met zout weg te smelten. Hun licht moet schijnen, niet blinden.

Jezus en de oude wet. 17 Geloof niet dat ik gekomen ben om de wet of de profeten te vernietigen. Ik ben niet gekomen om te vernietigen, maar om te vervullen. 18 Want voorwaar zeg ik jullie: Totdat hemel en aarde verdwijnen, zal er geen iota of een apenstaartje van de wet verdwijnen tot alles is voltooid. 19 Wie dan ook maar één van deze kleinste geboden ophoudt en zo de mensen leert, die zal in het koninkrijk der hemelen de minste genoemd worden; maar wie dit doet en leert, die zal groot genoemd worden in het koninkrijk der hemelen. 20 Want ik zeg jullie: Tenzij uw gerechtigheid groter is dan die van de schrijvers en Farizeeën, zult gij niet het koninkrijk der hemelen binnengaan. 17-20: Cf. Lk 16, 17. De openbaring uit het Oude Testament heeft in het Nieuwe Testament haar geldigheid niet verloren, maar heeft haar vervulling gevonden. Wie deze verwerpt, scheidt de kroon en stam van de wortel.

Van het vijfde gebod. 21 Gij hebt gehoord dat er gezegd is aan de ouden: Gij zult niet doden; maar wie ook doodt, die zal aansprakelijk zijn voor de rechter. 22 Maar ik zeg jullie, Iedereen die toornig is op zijn broeder, die zal schuldig zijn aan de rechter; en wie tot zijn broeder zegt: Raka! die zal aansprakelijk zijn voor het Hoogste Raad. Maar wie zegt: Dwaas!, die zal aansprakelijk zijn voor het hellevuur. 23 Als gij dan een offer brengt aan de altaar en daar denkt dat uw broeder iets tegen jullie heeft, 24 laat dan eerst uw offer voor de altaar liggen en ga eens naar je broer om het goed te maken; daarna komt uwe offer brengen. 25 Kom snel tot een overeenkomst met uw tegenstander terwijl gij nog op weg bent bij hem, dat hij jullie niet overgeeft aan de rechter en de rechter aan de bediende van het gerecht, en gij in de gevangenis wordt geworpen. 26 Voorwaar ik zeg u: Gij zult er niet vandaan komen totdat gij de laatste kwartje hebt betaald. 21-26: Cf. Lk 12:57-59. In zes voorbeelden toont Jezus met wetgevende macht aan dat in het Nieuwe Verbond Gods wet volgens haar ware oorspronkelijke zin moet worden nageleefd (21-48). Hij roept op tot een godsdienst van geest en daad.

Over het zesde gebod. 27 Gij heeft gehoord dat gezegd werd [aan de ouden], Gij zult niet eens bedrijven met een vrouw die niet uw eigen is. 28 Maar Ik zeg u, Iedereen die naar een vrouw kijkt met begerigheid, heeft al in zijn hart overspel met haar gepleegd. 29 Als je rechteroog je aanstoot geeft, trek het eruit en gooi het van jezelf: want het is beter voor jou dat één van je ledematen vergaat dan dat je hele lichaam in de hel geworpen wordt. 30 En als je rechthand je aanstoot geeft, snij hem af en gooi hem van jezelf: want het is beter voor jou dat één van je leden vergaat dan dat je heel lichaam in de hel gaat. 27-30 Als je de slechte daad wilt vermijden, moet je begerigheid beteugelen. Ongeregeld begeer inciteert het lustevolle oog; het lustevolle oog inciteert de slechte daad. 31 Het is verder gezegd: Wie zijn vrouw wegstuurdt, die geef haar een scheidingsbrief. 32 Maar Ik zeg u, Iedereen die zijn vrouw weggestuurd heeft, behalve in het geval van overspel, maakt haar tot overspeelster; en wie een weggestuurde vrouw huwt, pleegt overspel. 31-32 Zie Lk 16:18. De religie van Jezus toestaat geen herhuwelijk onder enige omstandigheid nadat een huwelijk geldig is aangegaan en volbracht tijdens het leven van beide echtgenoten, zelfs in gevallen van overspel. Dit biedt de meest effectieve bescherming voor de familie en de waardigheid van vrouwen. Onder bepaalde omstandigheden mogen de echtgenoten gescheiden wonen. De band van hun huwelijk blijft echter bestaan. Alleen de dood kan hem verbreken .

Over de eed. 33 Opnieuw hebt gij gehoord dat gezegd werd aan de ouden, Gij zult niet vals getuigen, maar houdt wat gij bij de Heer heeft beloofd. 34 Maar Ik zeg u: Gij zult helemaal geen eed doen, noch bij de hemel, want het is Gods troonstol, 35 noch bij de aarde, want het is de voetbank van Zijn voeten, noch bij Jeruzalem, want het is de stad van den grote Koning. 36 Noch zult gij eed doen bij uw hoofd, want gij kunt geen enkel haar wit of zwart maken. 37 Maar laat jullie ja een ja zijn en het nee een nee. Wat er boven is, dat komt van het kwade. 33-37 De eed blijft toegestaan. Jezus zelf zwoer voor de rechter (Mt 26:63-64). Maar waar binnenste en buitenste waarheid heerst, zoals Hij vereist, is er geen behoefte meer aan een eed.

vergelding. 38 Jullie hebben gehoord dat gezegd is: oog om oog, tand om tand. 39 Maar ik zeg jullie: Weerstaan het kwaad niet, maar als iemand je op je rechterwang slaat, keer de andere ook naar hem toe. 40 En als iemand met jou in gerecht wil twisten en je mantel afneemt, geef hem ook je jas. 41 En wie je dwingt om een mijl mee te gaan, ga er twee mijlen mee. 42 Wie iets van jou vraagt, geef het aan hem; en wie wil lenen bij jou, keer jezelf niet van hem af. 38-42 Cf. Lk 6:29-30 We kunnen ons recht op eisen (cf. Jo 18:22-23) Maar hoger dan koud recht is broederlijke liefde.

verzoening. 43 Jullie hebben gehoord dat gezegd is, Je zult je naaste liefhebben en je vijand haten. 43-48: Cf. Lucas 6:27-28. 32-36. Het bevel om de vijand te haten was onwettig toegevoegd door de wetgeleerden. Liefde voor de vijand is geen karakterloze zwakte, maar heldhaftige zielkracht en navolging van het goddelijke voorbeeld. 44 Maar ik zeg jullie, Houd je vijanden lief; [doe goed aan hen die jou haten,] en bid voor hen die jou vervolgen [en lasteren]. 45 Opdat jullie zullen zijn kinderen van uw Vader die in de hemel is, die Zijn zon laat oprijzen over de goeden en de slechten, en regent over de rechtvaardigen en de onrechtvaardigen. 46 Want als jullie alleen liefhebben die jullie liefhebben, wat loon zullen jullie hebben? Doen de belastinginners dat niet ook? 47 En als jullie alleen groeten met uw broeders, wat bijzonders doet jullie dan? Doen de heidenen dat niet ook? 48 Jullie moeten perfect zijn zoals jullie hemelse Vader perfect is.

bron: ➥ www.maria-die-makellose.de